Dagboek Hendrik Schroyens, item 10
Transcription
Transcription history
-
in klucht en ontwaarde dat men vast eene grap
vertelde daar om 8 ure van den morgend er in het
geheel nog niets gebeurt was en het nu om 10 ure
dus in het geheel niet te denken was dat er zoo iets
voorviel. Overigens wij zitten immer binnen de
versterkte omeining van Antwerpen en daar durfde
vast de Duitscher niet overraken. Zoo bleef ons gesprek
en verliet dan dien Heer al lachende met hetgeen men
hem had trachten wijs te maken.
Ik ging naar de Schelde straat 39 bij m. Ververt
en nog was ik niet binnen getreden als madame
met eens gelopen kwam en mij vroeg of ik ook reeds
Lier was ontvlucht door het beschieten.
Nu viel het mij niet meer als grap maar
als
eene bliksem schichtkoud water op mijn lichaam. Zou het dan waar zijn?Madame antwoorde ik. U zijt de tweede
klant die mij het zegd. Wat zal het nu zijn?
Daar wil ik meer van weten en ga oogen =
blikkelijk naar de statie om naar Lier te gaan
en persoonlijk te zien wat er van is, want weet dat
ik vertrokken ben om 8 ure en wat meer is, mijne
vrouw en kinderen zijn daar ginds.
Had ik nu maar vleugels gehad, want
de tram die ik nam, verwenschte ik wel duizendmaal
opdat hij niet rapper ging. Eindelijk, daar is de statie.
Rap van de tram gesprongen, en gelopen naar de ingang.
maar jawel, daar was de ingang of gesloten uit rede
dat er niemand meer binnen mogt. en er ook geene treinen
meer reden in de richting Lier. Bij mijn herhaald aandrin =
gen om toch maar boven te mogen gaan zien lukte mij
dit eindelijk, en daar moest ik wel gelooven aan de gezegden
over Lier. Niets dan bekenden, vluchtenden. Het statie gebouw
overvol van Lierenaren. De schrikkelijkste verhalen over het
geene men gezien had en gehoord. het eene al wat geloofbaarder
als het andere, maar tog allen om mij den schrik voor
het lot mijner vrouw en kinderen nog meer te doen toenemen.
Was of kon ik maar naar Lier!
Of waren mijne lievelingen ook reeds gevluchte en
ophadden zij op eene der menigvuldige treinen plaats genomen.
Mijne inlichtingen langs elken kant genomen bij vriend
en kennissen berichten wij dat elkeen vluchte en op de eerste
de beste trein in de statie van Lier plaats nam gelijk voor
welke richting hij vertrok. Er waren er vertrokken naar
Antwerpen Oost, Antwerpen Zuid, Gent, Oostende ...
waar men recht naar Engeland inscheepte.
Waar waren ze op? o fwat was er van geworden?
Schrikkelijke oogenblikken, die ik uit den grond mijns
harten nooit nog wensch te doorstaan, maar Ziedaar tusschen
-
in klucht en ontwaarde dat men vast eene grap
vertelde daar om 8 ure van den morgend er in het
geheel nog niets gebeurt was en het nu om 10 ure
dus in het geheel niet te denken was dat er zoo iets
voorviel. Overigens wij zitten immer binnen de
versterkte omeining van Antwerpen en daar durfde
vast de Duitscher niet overraken. Zoo bleef ons gesprek
en verliet dan dien Heer al lachende met hetgeen men
hem had trachten wijs te maken.
Ik ging naar de Schelde straat 39 bij m. Ververt
en nog was ik niet binnen getreden als madame
met eens gelopen kwam en mij vroeg of ik ook reeds
Lier was ontvlucht door het beschieten.
Nu viel het mij niet meer als grap maar
als
eene bliksem schichtkoud water op mijn lichaam. Zou het dan waar zijn?Madame antwoorde ik. U zijt de tweede
klant die mij het zegd. Wat zal het nu zijn?
Daar wil ik meer van weten en ga oogen =
blikkelijk naar de statie om naar Lier te gaan
en persoonlijk te zien wat er van is, want weet dat
ik vertrokken ben om 8 ure en wat meer is, mijne
vrouw en kinderen zijn daar ginds.
Had ik nu maar vleugels gehad, want
de tram die ik nam, verwenschte ik wel duizendmaal
opdat hij niet rapper ging. Eindelijk, daar is de statie.
Rap van de tram gesprongen, en gelopen naar de ingang.
maar jawel, daar was de ingang of gesloten uit rede
dat er niemand meer binnen mogt. en er ook geene treinen
meer reden in de richting Lier. Bij mijn herhaald aandrin =
gen om toch maar boven te mogen gaan zien lukte mij
dit eindelijk, en daar moest ik wel gelooven aan de gezegden
over Lier. Niets dan bekenden, vluchtenden. Het statie gebouw
overvol van Lierenaren. De schrikkelijkste verhalen over het
geene men gezien had en gehoord. het eene al wat geloofbaarder
als het andere, maar tog allen om mij den schrik voor
het lot mijner vrouw en kinderen nog meer te doen toenemen.
Was of kon ik maar naar Lier!
Of waren mijne lievelingen ook reeds gevluchte en
ophadden zij op eene der menigvuldige treinen plaats genomen.
Mijne inlichtingen langs elken kant genomen bij vriend
en kennissen berichten wij dat elkeen vluchte en op de eerste
de beste trein in de statie van Lier plaats nam gelijk voor
welke richting hij vertrok. Er waren er vertrokken naar
Antwerpen Oost, Antwerpen Zuid, Gent, Oostende ...
waar men recht naar Engeland inscheepte.
Waar waren ze op? o fwat was er van geworden?
Schrikkelijke oogenblikken, die ik uit den grond mijns
harten nooit nog wensch te doorstaan, maar Ziedaar
-
in klucht en ontwaarde dat men vast eene grap
vertelde daar om 8 ure van den morgend er in het
geheel nog niets gebeurt was en het nu om 10 ure
dus in het geheel niet te denken was dat er zoo iets
voorviel. Overigens wij zitten immer binnen de
versterkte omeining van Antwerpen en daar durfde
vast de Duitscher niet overraken. Zoo bleef ons gesprek
en verliet dan dien Heer al lachende met hetgeen men
hem had trachten wijs te maken.
Ik ging naar de Schelde straat 39 bij m. Ververt
en nog was ik niet binnen getreden als madame
met eens gelopen kwam en mij vroeg of ik ook reeds
Lier was ontvlucht door het beschieten.
Nu viel het mij niet meer als grap maar
als
eene bliksem schichtkoud water op mijn lichaam. Zou het dan waar zijn?Madame antwoorde ik. U zijt de tweede
klant die mij het zegd. Wat zal het nu zijn?
Daar wil ik meer van weten en ga oogen =
blikkelijk naar de ... om naar Lier te gaan
en persoonlijk te zien wat er van is, want weet dat
ik vertrokken ben om 8 ure en wat meer is, mijne
vrouw en kinderen zijn daar ginds.
Had ik nu maar vleugels gehad, want
de ... die ik wens, verwenschte ik wel duizendmaal
-
in klucht en ontwaarde dat men vast eene grap
vertelde daar om 8 ure van den morgend er in het
geheel nog niets gebeurt was en het nu om 10 ure
dus in het geheel niet te denken was dat er zoo iets
voorviel. Overigens wij zitten immer binnen de
versterkte omeining van Antwerpen en daar durfde
vast de Duitscher niet overraken. Zoo bleef ons gesprek
en verliet dan dien Heer al lachende met hetgeen men
hem had trachten wijs te maken.
Description
Save description- 52.0704978||4.3006999000000405||||1
Den Haag
Location(s)
Story location Den Haag
- ID
- 6363 / 109039
- Contributor
- Dominique Schroyens
Login to edit the languages
Login to edit the fronts
Login to add keywords
- Home Front
- Remembrance
Login to leave a note