Pakketje brieven en postkaarten van 1917, item 13
Transcription
Transcription history
-
Linkerpagina
1
Gebroeders VANDEN SCHRIECK
WESPELAER (BRABANT)
Wespelaer den 22 Juni 1917.
Zeer beminde broeder Alfons.
Reeds lang is het misschien geleden dat U nog nieuws van
ons ontvangen had. Verontschuldigd ons over die lange stilzwijgenheid
om rede dat wij deze laatste tijden veel te veel bekomerissen
gehad hebben, 't is te zeggen: overvloed van
landbouwwerk, petaten planten, bieten zaaien, enz, enz en
daarbij nog de last dat wij dagelijks nog met ons bezettekingen
hebben. Nu er mij eenige uren overblijven neem ik
nu toch de pen in de hand om U allerlei nieuws te vertellen._ Uwe
laatste brieven gedagtekent vande 1ste en de 15de Mei zijn door ons
met de grootste vreugde besteld geweest-; 't spijtigste
van al is dat er zoo weining belangrijk nieuws instond
Wij genieten hier God dank nog altijd eene uitmuntentende
gezondheid en zijn nog altijd ... van de gelukkigste
der wereld. Wij leven wel is waar in onrust en onzekerheid
niet wetende wat er ons nog in de toekomst te wachten
staat. 'T was te wenschen dat er binnen kort
betere tijden aanbraken. Eerst en vooral een woord over
onze boerderij : Wij zijn nog altijd in 't bezit van twee
peerden, 't is te zeggen "Onze Albert en Ons Tiche" die
ons nog altijd groote dienst bewijzen. Wij zijn er wel is
waar, verscheidene malen er mede naar de contôle van Leuven
gaan, en zijn er telkens mogen mee wederkeren
Rechterpagina
2
Ze zijn beiden gebrandmerkt en alle dagen staan
wij er voor ze kwijt te geraken om aan onze vijanden
over te leveren. Wij hebben ook nog twei hoornbeesten
dewelke dagelijks te zamen 16 tot 17 liters melk
geven voor eene weerde van 8 tot 8.50 fr. Daarbij hebben
wij nog 2 meultens die reeds te zaam een waarde hebben
van 1000 franken. En voor't slot nog een varken van
omtrent ... 5 kilos dewelke wij van gedacht zijn binnen
kort te slachten. Het vleesch is zoo veel als op. Ook
nog hebben wij 18 hennen die dagelijks van 3 frank tot
3.50 f opbrengen Dat is geheel onze boederij._ Nu
een woord over 't land. Dees jaar hebben wij er buitengewone
oogst te verwachten, hetzelfde is met de petaten
die goed gestald staan; 't ware te wenschen dat wij
er meester mochten van blijven;
uit verkort vanmeststoffen is Theodor heden per kar naar Muyzen
om beer te halen om de ... te mesten._ Gij vraagt
U misschien af hoe het gesteld staat met onze vijanden
in ons land. Wel. ik zal het U rechtuit zeggen, geen
uur van de dag is men meer gerust: alle oogenblikken
mag me ze verwachten om contrôle te maken 't zij voor
granen, petaten, koper, boomen, wolle matrasse of
iets wat anders. 'T is geen leven meer : men is
van niets meer meester. Reeds is er groote armoede
en hongersnood in vele huishoudens. En wat
staat er ons nog niet te wachten.?
-
Linkerpagina
1
Gebroeders VANDEN SCHRIECK
WESPELAER (BRABANT)
Wespelaer den 22 Juni 1917.
Zeer beminde broeder Alfons.
Reeds lang is het misschien geleden dat U nog nieuws van
ons ontvangen had. Verontschuldigd ons over die lange stilzwijgenheid
om rede dat wij deze laatste tijden veel te veel bekomerissen
gehad hebben, 't is te zeggen: overvloed van
landbouwwerk, petaten planten, bieten zaaien, enz, enz en
daarbij nog de last dat wij dagelijks nog met ons bezettekingen
hebben. Nu er mij eenige uren overblijven neem ik
nu toch de pen in de hand om U allerlei nieuws te vertellen._ Uwe
laatste brieven gedagtekent vande 1ste en de 15de Mei zijn door ons
met de grootste vreugde besteld geweest-; 't spijtigste
van al is dat er zoo weining belangrijk nieuws instond
Wij genieten hier God dank nog altijd eene uitmuntentende
gezondheid en zijn nog altijd ... van de gelukkigste
der wereld. Wij leven wel is waar in onrust en onzekerheid
niet wetende wat er ons nog in de toekomst te wachten
staat. 'T was te wenschen dat er binnen kort
betere tijden aanbraken. Eerst en vooral een woord over
onze boerderij : Wij zijn nog altijd in 't bezit van twee
peerden, 't is te zeggen "Onze Albert en Ons Tiche" die
ons nog altijd groote dienst bewijzen. Wij zijn er wel is
waar, verscheidene malen er mede naar de contôle van Leuven
gaan, en zijn er telkens mogen mee wederkeren
Rechterpagina
2
Ze zijn beiden gebrandmerkt en alle dagen staan
wij er voor ze kwijt te geraken om aan onze vijanden
over te leveren. Wij hebben ook nog twei hoornbeesten
dewelke dagelijks te zamen 16 tot 17 liters melk
geven voor eene weerde van 8 tot 8.50 fr. Daarbij hebben
wij nog 2 meultens die reeds te zaam een waarde hebben
van 1000 franken. En voor't slot nog een varken van
omtrent ... 5 kilos dewelke wij van gedacht zijn binnen
kort te slachten. Het vleesch is zoo veel als op. Ook
nog hebben wij 18 hennen die dagelijks van 3 frank tot
3.50 f opbrengen Dat is geheel onze boederij._ Nu
een woord over 't land. Dees jaar hebben wij er buitengewone
oogst te verwachten, hetzelfde is met de petaten
die goed gestald staan; 't ware te wenschen dat wij
er meester mochten van blijven;
uit verkort vanmeststoffen is Theodor heden per kar naar Muyzen
om beer te halen om de beesten te mesten._ Gij vraagt
U misschien af hoe het gesteld staat met onze vijanden
in ons land. Wel. ik zal het U rechtuit zeggen, geen
uur van de dag is men meer gerust: alle oogenblikken
mag me ze verwachten om contrôle te maken 't zij voor
granen, petaten, koper, boomen, wolle matrasse of
iets wat anders. 'T is geen leven meer : men is
van niets meer meester. Reeds is er groote armoede
en hongersnood in vele huishoudens. En wat
staat er ons nog niet te wachten.?
-
Linkerpagina
1
Gebroeders VANDEN SCHRIECK
WESPELAER (BRABANT)
Wespelaer den 22 Juni 1917.
Zeer beminde broeder Alfons.
Reeds lang is het misschien geleden dat U nog nieuws van
ons ontvangen had. Verontschuldigd ons over die lange stilzwijgenheid
om rede dat wij deze laatste tijden veel te veel bekomerissen
gehad hebben, 't is te zeggen: overvloed van
landbouwwerk, petaten planten, bieten zaaien, enz, enz en
daarbij nog de last dat wij dagelijks nog met ons bezettekingen
hebben. Nu er mij eenige uren overblijven neem ik
nu toch de pen in de hand om U allerlei nieuws te vertellen._ Uwe
laatste brieven gedagtekent vande 1ste en de 15de Mei zijn door ons
met de grootste vreugde besteld geweest-; 't spijtigste
van al is dat er zoo weining belangrijk nieuws instond
Wij genieten hier God dank nog altijd eene uitmuntentende
gezondheid en zijn nog altijd ... van de gelukkigste
der wereld. Wij leven wel is waar in onrust en onzekerheid
niet wetende wat er ons nog in de toekomst te wachten
staat. 'T was te wenschen dat er binnen kort
betere tijden aanbraken. Eerst en vooral een woord over
onze boerderij : Wij zijn nog altijd in 't bezit van twee
peerden, 't is te zeggen "Onze Albert en Ons Tiche" die
ons nog altijd groote dienst bewijzen. Wij zijn er wel is
waar, verscheidene malen er mede naar de contôle van Leuven
gaan, en zijn er telkens mogen mee wederkeren
Rechterpagina
2
Ze zijn beiden gebrandmerkt en alle dagen staan
wij er van ze kwijt te geraken om aan onze vijanden
over te leveren. Wij hebben ook nog twei hoornbeesten
dewelke dagelijks te zamen 16 tot 17 liters melk
geven voor eene weerde van 8 tot 8.50 fr. Daarbij hebben
wij nog 2 meultens die reeds te zaam een waarde hebben
van 1000 franken. En voor't slot nog een varken van
omtrent ... 5 kilos dewelke wij van gedacht zijn binnen
kort te slachten. Het vleesch is zoo veel als op. Ook
nog hebben wij 18 hennen die dagelijks van 3 frank tot
3.50 f opbrengen Dat is geheel onze boederij._ Nu
een woord over 't land. Dees jaar hebben wij er buitengewone
oogst te verwachten, hetzelfde is met de petaten
die goed gestald staan; 't ware te wenschen dat wij
er meester mochten van blijven;
uit verkort vanmeststoffen is Theodor heden per kar naar Muyzen
om beer te halen om de beesten te mesten._ Gij vraagt
U misschien af hoe het gesteld staat met onze vijanden
in ons land. Wel. ik zal het U rechtuit zeggen, geen
uur van de dag is men meer gerust: alle oogenblikken
mag me ze verwachten om contrôle te maken 't zij voor
granen, petaten, koper, boomen, wolle matrasse of
iets wat anders. 'T is geen leven meer : men is
van niets meer meester. Reeds is er groote armoede
en hongersnood in vele huishoudens. En wat
staat er ons nog niet te wachten.?
-
Linkerpagina
1
Gebroeders VANDEN SCHRIECK
WESPELAER (BRABANT)
Wespelaer den 22 Juni 1917.
Zeer beminde broeder Alfons.
Reeds lang is het misschien geleden dat U nog nieuws van
ons ontvangen had. Verontschuldigd ons over die lange stilzwijgenheid
om rede dat wij deze laatste tijden veel te veel bekomerissen
gehad hebben, 't is te zeggen: overvloed van
landbouwwerk, petaten planten, bieten zaaien, enz, enz en
daarbij nog de last dat wij dagelijks nog met ons bezettekingen
hebben. Nu er mij eenige uren overblijven neem ik
nu toch de pen in de hand om U allerlei nieuws te vertellen._ Uwe
laatste brieven gedagtekent vande 1ste en de 15de Mei zijn door ons
met de grootste vreugde besteld geweest-; 't spijtigste
van al is dat er zoo weining belangrijk nieuws instond
Wij genieten hier God dank nog altijd eene uitmuntentende
gezondheid en zijn nog altijd ... van de gelukkigste
der wereld. Wij leven wel is waar in onrust en onzekerheid
niet wetende wat er ons nog in de toekomst te wachten
staat. 'T was te wenschen dat er binnen kort
betere tijden aanbraken. Eerst en vooral een woord over
onze boerderij : Wij zijn nog altijd in 't bezit van twee
peerden, 't is te zeggen "Onze Albert en Ons Tiche" die
ons nog altijd groote dienst bewijzen. Wij zijn er wel is
waar, verscheidene malen er mede naar de contôle van Leuven
gaan, en zijn er telkens mogen mee wederkeren
Rechterpagina
2
Ze zijn beiden gebrandmerkt en alle dagen staan
wij er van ze kwijt te geraken om aan onze vijanden
over te leveren. Wij hebben ook nog twei hoornbeesten
dewelke dagelijks te zamen 16 tot 17 liters melk
geven voor eene weerde van 8 tot 8.50 fr. Daarbij hebben
wij nog 2 meultens die reeds te zaam een waarde hebben
van 1000 franken. En voor't slot nog een varken van
omtrent ... 5 kilos dewelke wij van gedacht zijn binnen
kort te slachten. Het vleesch is zoo veel als op. Ook
nog hebben wij 18 hennen die dagelijks van 3 frank tot
3.50 f opbrengen Dat is geheel onze boederij._ Nu
een woord over 't land. Dees jaar hebben wij er buitengewone
oogst te verwachten, hetzelfde is met de petaten
die goed gestald staan; 't ware te wenschen dat wij
er meester mochten van blijven;
uit verkort vanmeststoffen is Tehodor heden per kar naar Muyzen
om beer te halen om de beesten te mesten._ Gij vraagt
U misschien af hoe het gesteld staat met onze vijanden
in ons land. Wel. ik zal het U rechtuit zeggen, geen
uur van de dag is men meer gerust: alle oogenblikken
mag me ze verwachten om contrôle te maken 't zij voor
granen, petaten, koper, boomen, wolle matrasse of
iets wat anders. 'T is geen leven meer : men is
van niets meer meester. Reeds is er groote armoede
en hongersnood in vele huishoudens. En wat
staat er ons nog niet te wachten.?
-
Linkerpagina
1
Gebroeders VANDEN SCHRIECK
WESPELAER (BRABANT)
Wespelaer den 22 Juni 1917.
Zeer beminde broeder Alfons.
Reeds lang is het misschien geleden dat U nog nieuws van
ons ontvangen had. Verontschuldigd ons over die lange stilzwijgenheid
om rede dat wij deze laatste tijden veel te veel bekomerissen
gehad hebben, 't is te zeggen: overvloed van
landbouwwerk, petaten planten, bieten zaaien, enz, enz en
daarbij nog de last dat wij dagelijks nog met ons bezettekingen
hebben. Nu er mij eenige uren overblijven neem ik
nu toch de pen in de hand om U allerlei nieuws te vertellen._ Uwe
laatste brieven gedagtekent vande 1ste en de 15de Mei zijn door ons
met de grootste vreugde besteld geweest-; 't spijtigste
van al is dat er zoo weining belangrijk nieuws instond
Wij genieten hier God dank nog altijd eene uitmuntentende
gezondheid en zijn nog altijd ... van de gelukkigste
der wereld. Wij leven wel is waar in onrust en onzekerheid
niet wetende wat er ons nog in de toekomst te wachten
staat. 'T was te wenschen dat er binnen kort
betere tijden aanbraken. Eerst en vooral een woord over
onze boerderij : Wij zijn nog altijd in 't bezit van twee
peerden, 't is te zeggen "Onze Albert en Ons Tiche" die
ons nog altijd groote dienst bewijzen. Wij zijn er wel is
waar, verscheidene malen er mede naar de contôle van Leuven
gaan, en zijn er telkens mogen mee wederkeren
-
Linkerpagina
1
Gebroeders VANDEN SCHRIECK
WESPELAER (BRABANT)
Wespelaer den 22 Juni 1917.
Zeer beminde broeder Alfons.
Reeds lang is het misschien geleden dat U nog nieuws van
ons ontvangen had. Verontschuldigd ons over die lange stilzwijgenheid
om rede dat wij deze laatste tijden veel te veel bekomerissen
gehad hebben, 't is te zeggen: overvloed van
landbouwwerk, petaten planten, bieten zaaien, enz, enz en
daarbij nog de last dat wij dagelijks nog met ons bezettekingen
hebben. Nu er mij eenige uren overblijven neem ik
nu toch de pen in de hand om U allerlei nieuws te vertellen._ Uwe
laatste brieven gedagtekent vande 1ste en de 15de Mei zijn door ons
met de grootste vreugde besteld geweest-; 't spijtigste
van al is dat er zoo weining belangrijk nieuws instond
Wij genieten hier God dank nog altijd eene uitmuntentende
Description
Save description- 50.960223838092574||4.638872812597697||
Wespelaar
- 53.01529||9.872340000000008||||1
POW Camp, Soltau
Location(s)
Story location POW Camp, Soltau
Document location Wespelaar
- ID
- 6272 / 150984
- Contributor
- De heer Achiel Vanden Schrieck
Login to edit the languages
- Nederlands
Login to edit the fronts
- Western Front
Login to add keywords
- Home Front
- Prisoners of War
Login to leave a note