Brieven van mijn grootvader geschreven aan de Ijzer
Title in English
Brieven van mijn grootvader geschreven aan de Ijzer
Het zijn enkele brieven die mijn grootvader, Gustave Naert, schreef aan zijn broer Maurice. Hieronder schreef ik ze uit. Ze zaten beiden aan het front aan de Ijzer. Zijn broer Maurice overleed oo 6 augustus 1918 in het militair hospitaal in Fontgombault aan TBC en een longontsteking. Hij werd daar initieel ook begraven. Hij werd herbegraven in 1983 in Saint Anne D'Auray in Bretagne.
Mijn grootvader Gustave overleefde de oorlog.
EERSTE BRIEF Front 30-03-1918
Teerbeminde Broeder Maurice,
Met vreugde kom ik uw schoone kaart te ontvangen waarin ik zie dat gij mij een
gelukkigen hoogdag wenst.
Nu Broeder, ik wens u ook een gelukkigen hoogdag, maar het ware nog beter dat er
den oorlog mee gedaan was.
Ik denk dat dit offensief de oorlog veel zal verkorten. Gij schrijft mij dat gij ook in die
veldslag hebt gezeten. Wij waren ook juist in zo een bombardement. We moesten
gasmaskers dragen want zij schoten met gasobussen en er zijn veel jongens door
gepakt en er sterven er nog iedere dag van.
Ik ben er ook met veel geluk vanaf gekomen want voor mij werd er een jongen
doodgeschoten en achter mij ene geblesseerd door een obus. S’anderendaags
ùoesten wij weer gasmaskers dragen en wij lagen achter een bajoe en wij konden
niet meer weg uit het bombardement. Wij moesten wachten totdat het bombardement
was afgelopen en toen was het al 08h00 s’morgens en dus schone klaar. Daarna
moesten we één voor één weglopen. Gelukkig zijn we dan niet meer gebombardeerd
geworden.
Het is nu veel verstild in onze sector maar ze doen hier bijna alle dagen een aanval
bij ons. Bij het 11de Linie hebben ze aangevallen en ze hadden 26 soldaten en 1
officier mee en den Duits heeft geen schot gelost.
Ik denk wel broeder dat het bij jullie ook verstild is, want wij horen het hier goed als er
in Diksmuide iets gebeurt. Nu broeder, ik heb naar Hol---nd (Holland, Hollain)naar
Moens en hij heeft mij het portret gestuurd van zijn vrouw, onze zuster, met de 4
kinderen en hij heeft mij zijn portret ook al gestuurd terwijl ik in de Transas was en
Julien Verhelle heeft zijn portret ook af gezonden. Nu broeder ik weet niet of jij ze ook
hebt gehad of niet, maar als ge ze eens wilt hebben zal ik ze u eens opsturen, maar
hij zou graag die van zijn vrouw terugwillen maar ik denk van ze bij te houden. Nu
dus broeder ge moet mij maar schrijven als ge ze wilt hebben. Nu broeder tot later.
Vriendelijk gegroet,
Gustaaf Naert
Hoogdag: Pasen viel op 31/03/1918
Bajoe: Van het franse woord Boyau = loopgraaf
Transas: Trenches (Engels), Tranchée (Frans) = loopgraven of transes = benauwd zitten
TWEEDE BRIEF Zondag 05-05-1918
Broeder Maurice,
Met vreugde kom ik u een briefje te schrijven dat ik uw brief ontvangen heb. Nu
broeder, ik ben gisteren kortbij uw compagnie geweest, maar ik had geen geluk. Ge
waart juist 2 dagen weg naar de kolonne en door het feit dat Vandeneed u niet
gezien had, dacht ik dat gij weg zou zijn naar Frankrijk.
Ik durfde niet meer verder komen naar Leisele. Wij liggen in Westvleteren en ik was
al zover, daarmee dorst ik niet meer verder te komen.
Nu broeder, ik heb uwen monter (uw horloge) doen opsturen van die jongen van
Gothem die je ook goed kent per-recommandee (aangetekend). Ik heb hem betaald,
maar Maurice, als gij ze moet vooruitzetten moet ge er een beetje aan trekken, maar
niet te fors.
Gij hebt het nog niet seffens vast hoe dat in zijn haak zit. Gij draait er een beetje aan
tegen dat gij het vindt. Als ge er door geraakt moet ge mij seffens schrijven en als ge
die orlogie (horloge) ontvangen hebt, laat het mij dan ook weten.
Ik had u geiren gezien gehad. Ik had u nog geiren wat geld gegeven. Ge moet niet
bang zijn om te vragen zulle. Ik zal er u nog 50 opsturen als ge wilt. Ik heb nu geld
genoeg.
Van als ge in Frankrijk zijt is alles diere (duur), bijzondere tabak. Ge moet zien dat gij
uw gerief meedoet.
Hiet is het adres van Modest Naert. Z 263 = 6 Comp. Dat is het 6de Saseurs
(Chaseurs = Jagers (te voet)) en zij liggen aan de Leon Belge . Gij weet het wel
zeker. Nu broeder, ge moet er eens naar schrijven.
Nu broeder, Vriendelijk gegroet,
Uwen broeder,
Gustave Naert
Leon Belge = “Kantonnement Lion Belge” nabij Oost-Vleteren (verder achter de
frontlinie) waar afgeloste soldaten een korte periode kwamen
uitrusten.
DERDE BRIEF Front 10-05-1918
Teerbeminden Broeder Maurice,
Met vreugde kom ik uw schone brief te ontvangen waarin ik zie dat gij in het hospitaal
zijt. Nu broeder, gij schrijft mij dat gij bronchitis hebt, nu broeder, ge moet u warm
houden. Ge zoudt daar anders lang kunnen mee sukkelen en dikwijls kunnen
hervallen. Je moet de dokter iets vragen voor uwen asem. Nu broeder, ik heb u reeds
een brief geschreven met 5 frank in, en als ge die horloge ontvangt, moet ge mij dat
seffens laten weten. Nu broeder,gij moet u ook eens laten horen. Onze cozes (kozijn
– neef) zal het opsturen naar ons huis. Ik heb hem ook een horloge gegeven en nog
50 frank erbij van welgezindheid omdat hij ons zulk een groot plezier gaat doen. En
als ik eens nieuws krijg, ga ik dan wat geld opsturen naar mijn vrouw.
Broeder, als ge wat tekort komt, ge moet het maar vragen. Ik weet wel dat in
Frankrijk alles duur is. Maar ge weet wel als ik wat heb, broeder, dat ik u niet vergeet.
Wij zijn maar met ons tweëen bij den troep en ik ben geen beest. Als ik wat heb,
denk ik aan heel onze familie. Ik zou alles weggeven,gij weet dat ik de goedheid
zelve ben. Gij weet het, nietwaar broeder, dat ik iedereen zou helpen die in nood zit
en dat ik niemand kan zien sukkelen. Ik heb pertank ook lang gesukkeld, maar
broeder, gij hebt mij ook nog geholpen, ik ben dat ook nog niet vergeten hoor;
Nu broeder, tot later.
Uwen broeder,
Gustaef Naert.
Transcription status
Not started | 44 % | |
Edit | 56 % | |
Review | 0 % | |
Complete | 0 % |
- ID
- 4777
- Number of items
- 9
- Language
- Nederlands
- Contributor
- Johan Vandeweghe