Een brief naar het thuisfront van Petrus Franciscus Marivoet, item 1
Transcription
Transcription history
-
Linkerpagina
Valognes, 19 februari 1915
Duurbare echtgenoote kind, ouders, broeders
zusters en vrienden
Reeds lang verlangt mijn hert, om
U eens rechtzinnig mijn lotgevallen te openbaren, o ja
hoe gaarne zou ik U mijnen toestand hebben bekend
gemakt maar het was mij onmogelijk. Machteloos
was ik tegenover mijnen wil, en menigmaal heb ik
mij den dood nabij gevoeld zonder dat ik aan U
duurbare echtgenoot mijn laatste vaarwel kon
sturen. Ik wil U nu mijn lotgevallen openbaren
die de Heer mij heeft overgzonden tot op heden.
Gij weet duurbare Louise met wat droefheid
wij malkaar hebben verlaten in Waelhem, ge weet hoe
wij afgesproken waren voor de week nadien mij wederom
te komen bezoeken, maar helaas! dit geluk is ons niet
meer gegund, de weg was afgesneden en wij konden
malkaar niet meer zien, niet spreken, of zelfs geene
tijding niet meer laten. Ach! hoe werdt mijn hert
gefolterd toen ik aan U dacht! Wij waren daar
niet, slecht, maar Gij, wat was er van U geworden.
Ik hoorde al het slecht nieuws van ... , Steenhuffel
en omstreken, ik hoorde van moorden, branden en
vluchten, en ik wist niet het minste van U duurbare
en van ons kind. Denk bij U zelven, hoe ik inwendig
leed. Gaarne zou ik mijn leven gegeven
hebben, om het Uwe te redden. Doch duurbare
Louise, den kelk des lijdens was nog niet gedronken
o, neen, hoe bitter zou hij nog smaken.
Eenige weken gingen voorbij en wij werden
aangevallen. Twee en vijftig uren, zonder de tranchee
te verlaten lieten wij ons bombarderen, zonder eenig
eten te nutten, o neen wij hadden geen eten noodig
wij zagen ieder oogenblik de dood voor ons oogen
Op zeker oogenblik werden er een en veertig van
de onze, door een obus in stukken geslagen, ik
bevond mij geen meter van de dooden, ik was
zelf geheel met aarde bedekt.
Rechterpagina
2
Ik was dus nog gespard. Den vierden dag mochten
wij achteruit om eenige rust te nemen. Door een hagel
van schrapnels en obussen vluchten wij ongedeerd
weg, ach hoe was ik verlicht toen wij twee uren
verder, ons veilig waanden en wij eenige rust
konden nemen. maar hoe kort was onze rust
Reeds s'anderdaags moesten wij terug. Ik bad
de Goede God opdat Hij mij zou ontfermen
want, ik dacht dat ik naar mijn graf ging
En, ja wederom lieten er verscheidene het
leven, maar ik werd nog gespaard, wij moesten
wederom vluchten door en hagel van kogels
achtervolgd van 10 duitsche soldaten. Den dijk
van de Nethe werd kapot geschoten en wij
moesten vluchten door het water met gevaar
van te verdrinken. Echter bleef ik nog gespaard.
Nog twee dagen gingen wij de duitschers tegenhouden,
maar dan was het een algemeene
vlucht. Antwerpen was verloren. Het is dan
dat zoovele die het geluk gehad hebben in Holland
te vluchten, van zoovele smerten en
lijden zijn gespaard gebleven. Maar wij, duurbare
Louise, wij vluchten met ons regimetn tot st Nikolaas
Daar namen wij den trein en vluchten om zoo
te zeggen naar Oostende. Twee dagen bleven
wij daar rondslenteren en dan vluchten
wederom vluchten. Men zegde ons dat
wij niet meer moesten vechten, maar hoe
hebben ze ons bedrogen. Wij vertrokken naar
Veurne, waar wij des avonds toekwamen
Daar werd ons regiment verdeeld in twee
de helft van iedere compagnie werd wegstuurd
met den tram, ik bevond mij bij hen, maar
waarheen weten wij niet. Wij kwamen des
nachts bij Dixmuide en de andere
-
Linkerpagina
Valognes, 19 februari 1915
Duurbare echtgenoote kind, ouders, broeders
zusters en vrienden
Reeds lang verlangt mijn hert, om
U eens rechtzinnig mijn lotgevallen te openbaren, o ja
hoe gaarne zou ik U mijnen toestand hebben bekend
gemakt maar het was mij onmogelijk. Machteloos
was ik tegenover mijnen wil, en menigmaal heb ik
mij den dood nabij gevoeld zonder dat ik aan U
duurbare echtgenoot mijn laatste vaarwel kon
sturen. Ik wil U nu mijn lotgevallen openbaren
die de Heer mij heeft overgzonden tot op heden.
Gij weet duurbare Louise met wat droefheid
wij malkaar hebben verlaten in Waelhem, ge weet hoe
wij afgesproken waren voor de week nadien mij wederom
te komen bezoeken, maar helaas! dit geluk is ons niet
meer gegund, de weg was afgesneden en wij konden
malkaar niet meer zien, niet spreken, of zelfs geene
tijding niet meer laten. Ach! hoe werdt mijn hert
gefolterd toen ik aan U dacht! Wij waren daar
niet, slecht, maar Gij, wat was er van U geworden.
Ik hoorde al het slecht nieuws van ... , Steenhuffel
en omstreken, ik hoorde van moorden, branden en
vluchten, en ik wist niet het minste van U duurbare
en van ons kind. Denk bij U zelven, hoe ik inwendig
leed. Gaarne zou ik mijn leven gegeven
hebben, om het Uwe te redden. Doch duurbare
Louise, den kelk des lijdens was nog niet gedronken
o, neen, hoe bitter zou hij nog smaken.
Eenige weken gingen voorbij en wij werden
aangevallen. Twee en vijftig uren, zonder de tranchee
te verlaten lieten wij ons bombarderen, zonder eenig
eten te nutten, o neen wij hadden geen eten noodig
wij zagen ieder oogenblik de dood voor ons oogen
Op zeker oogenblik werden er een en veertig van
de onze, door een obus in stukken geslagen, ik
bevond mij geen meter van de dooden, ik was
zelf geheel met aarde bedekt.
Rechterpagina
2
Ik was dus nog gespard. Den vierden dag mochten
wij achteruit om eenige rust te nemen. Door een hagel
van schrapnels en obussen vluchten wij ongedeerd
weg, ach hoe was ik verlicht toen wij twee uren
verder, ons veilig waanden en wij eenige rust
konden nemen. maar hoe kort was onze rust
Reeds s'anderdaags moesten wij terug. Ik bad
de Goede God opdat Hij mij zou ontfermen
want, ik dacht dat ik naar mijn graf ging
En, ja wederom lieten er verscheidene het
leven, maar ik werd nog gespaard, wij moesten
wederom vluchten door en hagel van kogels
achtervolgd van 10 duitsche soldaten. Den dijk
van de Nethe werd kapot geschoten en wij
moesten vluchten door het water met gevaar
van te verdrinken. Echter bleef ik nog gespaard.
Nog twee dagen gingen wij de duitschers tegenhouden,
maar dan was het een algemeene
vlucht. Antwerpen was verloren. Het is dan
dat zoovele die het geluk gehad hebben in Holland
te vluchten, van zoovele smerten en
lijden zijn gespaard gebleven. Maar wij, duurbare
Louise, wij vluchten met ons regimetn tot st Nikolaas
Daar namen wij den trein en vluchten om zoo
te zeggen naar Oostende. Twee dagen bleven
wij daar rondslenteren en dan vluchten
wederom vluchten. Men zegde ons dat
wij niet meer moesten vechten, maar hoe
hebben ze ons bedrogen. Wij vertrokken naar
Veurne, waar wij des avonds toekwamen
Daar werd ons regiment verdeeld in twee
de helft van iedere compagnie werd wegstuurd
met den tram, ik bevond mij bij hen, maar
waarheen
-
Linkerpagina
Valognes, 19 februari 1915
Duurbare echtgenoote kind, ouders, broeders
zusters en vrienden
Reeds lang verlangt mijn hert, om
U eens rechtzinnig mijn lotgevallen te openbaren, o ja
hoe gaarne zou ik U mijnen toestand hebben bekend
gemakt maar het was mij onmogelijk. Machteloos
was ik tegenover mijnen wil, en menigmaal heb ik
mij den dood nabij gevoeld zonder dat ik aan U
duurbare echtgenoot mijn laatste vaarwel kon
sturen. Ik wil U nu mijn lotgevallen openbaren
die de Heer mij heeft overgzonden tot op heden.
Gij weet duurbare Louise met wat droefheid
wij malkaar hebben verlaten in Waelhem, ge weet hoe
wij afgesproken waren voor de week nadien mij wederom
te komen bezoeken, maar helaas! dit geluk is ons niet
meer gegund, de weg was afgesneden en wij konden
malkaar niet meer zien, niet spreken, of zelfs geene
tijding niet meer laten. Ach! hoe werdt mijn hert
gefolterd toen ik aan U dacht! Wij waren daar
niet, slecht, maar Gij, wat was er van U geworden.
Ik hoorde al het slecht nieuws van ... , Steenhuffel
en omstreken, ik hoorde van moorden, branden en
vluchten, en ik wist niet het minste van U duurbare
en van ons kind. Denk bij U zelven, hoe ik inwendig
leed. Gaarne zou ik mijn leven gegeven
hebben, om het Uwe te redden. Doch duurbare
Louise, den kelk des lijdens was nog niet gedronken
o, neen, hoe bitter zou hij nog smaken.
Eenige weken gingen voorbij en wij werden
aangevallen. Twee en vijftig uren, zonder de tranchee
te verlaten lieten wij ons bombarderen, zonder eenig
eten te nutten, o neen wij hadden geen eten noodig
wij zagen ieder oogenblik de dood voor ons oogen
Op zeker oogenblik werden er een en veertig van
de onze, door een obus in stukken geslagen, ik
bevond mij geen meter van de dooden, ik was
zelf geheel met aarde bedekt.
Rechterpagina
2
Ik was dus nog gespard. Den vierden dag mochten
wij achteruit om eenige rust te nemen. Door een hagel
van schrapnels en obussen vluchten wij ongedeerd
weg, ach hoe was ik verlicht toen wij twee uren
verder, ons veilig waanden en wij eenige rust
konden nemen. maar hoe kort was onze rust
Reeds s'anderdaags moesten wij terug. Ik bad
de Goede God opdat Hij mij zou ontfermen
want, ik dacht dat ik naar mijn graf ging
En, ja wederom lieten er verscheidene het
leven, maar ik werd nog gespaard, wij moesten
wederom vluchten door en hagel van kogels
achtervolgd van 10 duitsche soldaten. Den dijk
van de Nethe werd kapot geschoten en wij
moesten vluchten door het water met gevaar
van te verdrinken
-
Valognes, 19 februari 1915
Duurbare echtgenoote kind, ouders, broeders
zusters en vrienden
Reeds lang verlangt mijn hert, om
U eens rechtzinnig mijn lotgevallen te openbaren, o ja
hoe gaarne zou ik U mijnen toestand hebben bekend
gemakt maar het was mij onmogelijk. Machteloos
was ik tegenover mijnen wil, en menigmaal heb ik
mij den dood nabij gevoeld zonder dat ik aan U
duurbare echtgenoot mijn laatste vaarwel kon
sturen. Ik wil U nu mijn lotgevallen openbaren
die de Heer mij heeft overgzonden tot op heden.
Gij weet duurbare Louise met wat droefheid
wij malkaar hebben verlaten in Waelhem, ge weet hoe
wij afgesproken waren voor de week nadien mij wederom
te komen bezoeken, maar helaas! dit geluk is ons niet
meer gegund, de weg was afgesneden en wij konden
malkaar niet meer zien, niet spreken, of zelfs geene
tijding niet meer laten. Ach! hoe werdt mijn hert
gefolterd toen ik aan U dacht! Wij waren daar
niet, slecht, maar Gij, wat was er van U geworden.
Ik hoorde al het slecht nieuws van ... , Steenhuffel
en omstreken, ik hoorde van moorden, branden en
vluchten, en ik wist niet het minste van U duurbare
en van ons kind. Denk bij U zelven, hoe ik inwendig
leed. Gaarne zou ik mijn leven gegeven
hebben, om het Uwe te redden. Doch duurbare
Louise, den kelk des lijdens was nog niet gedronken
o, neen, hoe bitter zou hij nog smaken.
Eenige weken gingen voorbij en wij werden
aangevallen. Twee en vijftig uren, zonder de tranchee
te verlaten lieten wij ons bombarderen, zonder eenig
eten te nutten, o neen wij hadden geen eten noodig
wij zagen ieder oogenblik de dood voor ons oogen
Op zeker oogenblik werden er een en veertig van
de onze, door een obus in stukken geslagen, ik
bevond mij geen meter van de dooden, ik was
zelf geheel met aarde bedekt.
-
Valognes, 19 februari 1915
Duurbare echtgenoote kind, ouders, broeders
zusters en vrienden
Reeds lang verlangt mijn hert, om
U eens rechtzinnig mijn lotgevallen te openbaren, o ja
hoe gaarne zou ik U mijnen toestand hebben bekend
gemakt maar het was mij onmogelijk. Machteloos
was ik tegenover mijnen wil, en menigmaal heb ik
mij den dood nabij gevoeld zonder dat ik aan U
duurbare echtgenoot mijn laatste vaarwel kon
sturen. Ik wil U nu mijn lotgevallen openbaren
die de Heer mij heeft overgzonden tot op heden.
Gij weet duurbare Louise met wat droefheid
wij malkaar hebben verlaten in Waelhem, ge weet hoe
wij afgesproken waren voor de week nadien mij wederom
te komen bezoeken, maar helaas! dit geluk is ons niet
meer gegund, de weg was afgesneden en wij konden
malkaar niet meer zien, niet spreken, of zelfs geene
tijding niet meer laten. Ach! hoe werdt mijn hert
gefolterd toen ik aan U dacht! Wij waren daar
niet, slecht, maar Gij, wat was er van U geworden.
Ik hoorde al het slecht nieuws van ... , Steenhuffel
en omstreken, ik hoorde van moorden, branden en
vluchten, en ik wist niet het minste van U duurbare
en van ons kind. Denk bij U zelven, hoe ik inwendig
leed. Gaarne zou ik mijn leven gegeven
hebben, om het Uwe te redden. Doch duurbare
Louise, den kelk des lijdens was nog niet gedronken
o, neen, hoe bitter zou hij nog smaken.
Eenige weken gingen voorbij en wij werden
aangevallen. Twee en vijftig uren, zonder de tranchee
te verlaten lieten wij ons bombarderen, zonder eenig
eten te nutten, o neen wij hadden geen eten noodig
wij zagen ieder oogenblik de dood voor ons oogen
Op zeker oogenblik werden er een en veertig van
-
Valognes, 19 februari 1915
Duurbare echtgenoote kind, ouders, broeders
zusters en vrienden
Reeds lang verlangt mijn hert, om
U eens rechtzinnig mijn lotgevallen te openbaren, o ja
hoe gaarne zou ik U mijnen toestand hebben bekend
gemakt maar het was mij onmogelijk. Machteloos
was ik tegenover mijnen wil, en menigmaal heb ik
mij den dood nabij gevoeld zonder dat ik aan U
duurbare echtgenoot mijn laatste vaarwel kon
sturen. Ik wil U nu mijn lotgevallen openbaren
die de Heer mij heeft overgzonden tot op heden.
Gij weet duurbare Louise met wat droefheid
wij malkaar hebben verlaten in Waelhem, ge weet hoe
wij afgesproken waren voor de week nadien mij wederom
te komen bezoeken, maar helaas! dit geluk is ons niet
meer gegund, de weg was afgesneden en wij konden
malkaar niet meer zien, niet spreken, of zelfs geene
tijding niet meer laten. Ach! hoe werdt mijn hert
gefolterd toen ik aan U dacht! Wij waren daar
niet, slecht, maar Gij, wat was er van U geworden.
Ik hoorde al het slecht nieuws van ... , Steenhuffel
en omstreken
-
Valognes, 19 februari 1915
Duurbare echtgenoote kind, ouders, broeders
zusters en vrienden
Reeds lang verlangt mijn hert, om
U eens rechtzinnig mijn lotgevallen te openbaren, o ja
hoe gaarne zou ik U mijnen toestand hebben bekend
gemakt maar het was mij onmogelijk. Machteloos
was ik tegenover mijnen wil, en menigmaal heb ik
mij den dood nabij gevoeld zonder dat ik aan U
duurbare echtgenoot mijn laatste vaarwel kon
Description
Save description- 49.50856052262346||-1.4616292016521584||
Valognes
- 51.220069075626455||2.921915720312427||
Oostende
- 51.03304132597499||2.8711039527344155||
Diksmuide
- 50.9953152||4.2675493000000415||||1
Londerzeel
Location(s)
Story location Londerzeel
Document location Valognes
-
Additional document location Oostende
-
Additional document location Diksmuide
- ID
- 11018 / 245913
- Contributor
- August Marivoet
Login to edit the languages
- Nederlands
Login to edit the fronts
- Western Front
Login to add keywords
- Remembrance
- Trench Life
Login to leave a note