Op de vlucht van Antwerpen naar Dordrecht, item 1
Transcription
Transcription history
-
Datgene ik mij nog herinner van in mijne hele
jonge jaren
1914 Ik was toen nauwelijks vier jaar en de eersten
wereldoorlog was begonnen. Het was begin augustus en
men zegde "Den Duits staat al bijna in Antwerpen.
Wij woonden toen op het eilandje in Antwerpen in de
Brazieliestraat, er is maar een burgershuis in heel de
straat, de andere huizen zijn herbergen, winkels, een hotel
een duits hotel, Gutrie scheepsherstellers en de bureau's van
"De Red star line en een plaats voor den ontsmettings
dienst voor de landverhuizers die naar Amerika vertrokken
om hun geluk te proberen die eerst moesten ontsmet worden
voor ze konden vertrekken met een van de Schepen van de
red star line. (Den Belgenland of de Trimlap, de Lapland enz.
Toen in begin Augustus na de middag kwam onze va
thuis en hij zegde "Moe, den duits is op komst en ik ben
liever bange Peer als dooie peer, kom we pakken het
hoogst nodige in, er ligt een schip in het Willemdok
daar kunnen we mee varen tot in Nederland. Ons
Moe haar zuster woonde ook in ons straat en die
vertrok ook mee, wij met vier kinderen en mijn
tante ook met vier kinderen en een invaliede man,
die had een briket op zijn hoofd gehad en hij was
half lam, hij had een alumium plaatje in zijn
schedel. Alleman met pak en zak, onze vader droeg een
zware wasmand op zijn schouder en langs de Bataviastraat naar
het schip in het Willemdok. We vertrokken langs de Schelde richting
Nederland. Tegen de avond waren we in het dorp "Wemeldinge"
Daar moesten de vrouwen en kinderen van boord en gaan slapen bij
de boeren. De mannen moesten aan boord blijven. Wij de kinderen en de
vrouwen sliepen bij de boeren in de stal. 'S morgens kregen we
lekkere melk van de boerin. Terug naar het schip en we
vertrokken verder op in Nederland tot in Dordrecht. Daar gingen
we allemaal aan wal. Men zou ons dan verder brengen naar de
vluchtelingenkampen. Terwijl wij daar in groep bij elkaar stonden,
kwam er een heer vragen of er iemand geld bij zich had ? Mijne
moeder zegde: ik heb toch meer als 1000 frs bij en mijn zuster nog wel
meer ! Oh zegde hij : kom dan maar mee ! met hoeveel zijt ge ? 4
volwassen personen en acht kinderen, hij bracht ons naar een schip
dat in de haven lag en wij konden er allemaal verblijven en wonen.
-
Datgene ik mij nog herinner van in mijne hele
jonge jaren
1914 Ik was toen nauwelijks vier jaar en de eersten
wereldoorlog was begonnen. Het was begin augustus en
men zegde "Den Duits staat al bijna in Antwerpen.
Wij woonden toen op het eilandje in Antwerpen in de
Brazieliestraat, er is maar een burgershuis in heel de
straat, de andere huizen zijn herbergen, winkels, een hotel
een duits hotel, Gutrie scheepsherstellers en de bureau's van
"De Red star line en een plaats voor den ontsmettings
dienst voor de landverhuizers die naar Amerika vertrokken
om hun geluk te proberen die eerst moesten ontsmet worden
voor ze konden vertrekken met een van de Schepen van de
red star line. (Den Belgenland of de Trimlap, de Lapland enz.
Toen in begin Augustus na de middag kwam onze va
thuis en hij zegde "Moe, den duits is op komst en ik ben
liever bange ... als dooit peer, kam we pakken het
hoogst nodige in, er ligt een schip in het Willemdok
daar kunnen we mee varen tot in Nederland. Ons
Moe haar zuster woonde ook in ons straat en die
vertrok ook mee, wij met vier kinderen en mijn
tante ook met vier kinderen en een invaliede man,
die had een briket op zijn hoofd gehad en hij was
half lam, hij had een alumium plaatje in zijn
schedel. Alleman met pak en zak, onze vader droeg een
zware wasmand op zijn schouder en langs de Bataviastraat naar
het schip in het Willemdok. We vertrokken langs de Schelde richting
Nederland. Tegen de avond waren we in het dorp "Wemeldinge"
Daar moesten de vrouwen en kinderen van boord en gaan slapen bij
de boeren. De mannen moesten aan boord blijven. Wij de kinderen en de
vrouwen sliepen bij de boeren in de stal. 'S morgens kregen we
lekkere melk van de boerin. Terug naar het schip en we
vertrokken verder op in Nederland tot in Dordrecht. Daar gingen
we allemaal aan wal. Men zou ons dan verder brengen naar de
vluchtelingenkampen. Terwijl wij daar in groep bij elkaar stonden,
kwam er een heer vragen of er iemand geld bij zich had ? Mijne
moeder zegde: ik heb toch meer als 1000 frs bij en mijn zuster nog wel
meer ! Oh zegde hij : kom dan maar mee ! met hoeveel zijt ge ? 4
volwassen personen en acht kinderen, hij bracht ons naar een schip
dat in de haven lag en wij konden er allemaal verblijven en wonen.
-
Datgene ik mij nog herinner van in mijne hele
jonge jaren
1914 Ik was toen nauwelijks vier jaar en de eersten
wereldoorlog was begonnen. Het was begin augustus en
men zegde "Den Duits staat al bijna in Antwerpen.
Wij woonden toen op het eilandje in Antwerpen in de
Brazieliestraat, er is maar een burgershuis in heel de
straat, de andere huizen zijn herbergen, winkels, een hotel
een duits hotel, Gutrie scheepsherstellers en de bureau's van
"De Red star line en een plaats voor den ontsmettings
dienst voor de landverhuizers die naar Amerika vertrokken
om hun geluk te proberen die eerst moesten ontsmet worden
voor ze konden vertrekken met een van de Schepen van de
red star line. (Den Belgenland of de Trimlap, de Lapland enz.
Toen in begin Augustus na de middag kwam onze va
thuis en hij zegde "Moe, den duits is op komst en ik ben
liever bange ... als dooit peer, kam we pakken het
hoogst nodige in, er ligt een schip in het Willemdok
daar kunnen we mee varen tot in Nederland. Ons
Moe haar zuster woonde ook in ons straat en die
vertrok ook mee, wij met vier kinderen en mijn
tante ook met vier kinderen en een invaliede man,
die had een briket op zijn hoofd gehad en hij was
half lam, hij had een alumium plaatje in zijn
schedel. Alleman met pak en zak, onze vader droeg een
zware wasmand op zijn schouder en langs de Bataviastraat naar
het schip in het Willemdok. We vertrokken langs de Schelde richting
Nederland. Tegen de avond waren we in het dorp "Wemeldinge"
Daar moesten de vrouwen en kinderen van boord en gaan slapen bij
de boeren. De mannen moesten aan boord blijven. Wij de kinderen en de
vrouwen sliepen bij de boeren in de stal. 'S morgens kregen we
lekkere melk van de boerin. Terug naar het schip en we
vertrokken verder op in Nederland tot in Dordrecht. Daar gingen
we allemaal aan wal. Men zou ons dan verder brengen naar de
vluchtelingenkampen. Terwijl wij daar in groep bij elkaar stonden,
kwam er een heer vragen of er iemand geld bij zich had ? Mijne
moeder zegde: ik heb toch meer als 1000 frs bij en mijn zuster nog wel
meer ! Oh zegde hij : kom dan maar mee ! met hoeveel zijt ge ? 4
volwassen personen en acht kinderen, hij bracht ons naar een
schip
dat in de haven lag en wij konden er allemaal verblijven en wonen.
-
Datgene ik mij nog herinner van in mijne hele
jonge jaren
1914 Ik was toen nauwelijks vier jaar en de eersten
wereldoorlog was begonnen. Het was begin augustus en
men zegde "Den Duits staat al bijna in Antwerpen.
Wij woonden toen op het eilandje in Antwerpen in de
Brazieliestraat, er is maar een burgershuis in heel de
straat, de andere huizen zijn herbergen, winkels, een hotel
een duits hotel, Gutrie scheepsherstellers en de bureau's van
"De Red star line en een plaats voor den ontsmettings
dienst voor de landverhuizers die naar Amerika vertrokken
om hun geluk te proberen die eerst moesten ontsmet worden
voor ze konden vertrekken met een van de Schepen van de
red star line. (Den Belgenland of de Trimlap, de Lapland enz.
Toen in begin Augustus na de middag kwam onze va
thuis en hij zegde "Moe, den duits is op komst en ik ben
liever bange ... als dooit peer, kam we pakken het
hoogst nodige in, er ligt een schip in het Willemdok
daar kunnen we mee varen tot in Nederland. Ons
Moe haar zuster woonde ook in ons straat en die
vertrok ook mee, wij met vier kinderen en mijn
tante ook met vier kinderen en een invaliede man,
die had een briket op zijn hoofd gehad en hij was
half lam, hij had een alumium plaatje in zijn
schedel. Alleman met pak en zak, onze vader droeg een
zware wasmand op zijn schouder en langs de Bataviastraat naar
het schip in het Willemdok. We vertrokken langs de Schelde richting
Nederland. Tegen de avond waren we in het dorp "Wemeldinge"
Daar moesten de vrouwen en kinderen van boord en gaan slapen bij
de boeren. De mannen moesten aan boord blijven. Wij de kinderen en de
vrouwen sliepen bij de boeren in de stal. 'S morgens kregen we
lekkere melk van de boerin. Terug naar het schip en we
vertrokken verder op in Nederland tot in Dordrecht. Daar gingen
we allemaal aan wal. Men zou ons dan verder brengen naar de
vluchtelingenkampen. Terwijl wij daar in groep bij elkaar stonden,
kwam er een heer vragen of er iemand geld bij zich had ? Mijne
moeder zegde: ik heb toch meer als 1000 frs bij en mijn zuster nog wel
meer ! Oh zegde hij : kom dan maar mee ! met hoeveel zijt ge ? 4
volwassen personen en acht kinderen, hij bracht ons naar een schip
-
Datgene ik mij nog herinner van in mijne hele
jonge jaren
1914 Ik was toen nauwelijks vier jaar en de eersten
wereldoorlog was begonnen. Het was begin augustus en
men zegde "Den Duits staat al bijna in Antwerpen.
Wij woonden toen op het eilandje in Antwerpen in de
Brazieliestraat, er is maar een burgershuis in heel de
straat, de andere huizen zijn herbergen, winkels, een hotel
een duits hotel, Gutrie scheepsherstellers en de bureau's van
"De Red star line en een plaats voor den ontsmettings
dienst voor de landverhuizers die naar Amerika vertrokken
om hun geluk te proberen die eerst moesten ontsmet worden
voor ze konden vertrekken met een van de Schepen van de
red star line. (Den Belgenland of de Trimlap, de Lapland enz.
Toen in begin Augustus na de middag kwam onze va
thuis en hij zegde "Moe, den duits is op komst en ik ben
liever bange ... als dooit peer, kam we pakken het
hoogst nodige in, er ligt een schip in het Willemdok
daar kunnen we mee varen tot in Nederland. Ons
Moe haar zuster woonde ook in ons straat en die
vertrok ook mee, wij met vier kinderen en mijn
tante ook met vier kinderen en een invaliede man,
die had een briket op zijn hoofd gehad en hij was
half lam, hij had een alumium plaatje in zijn
schedel. Alleman met pak en zak, onze vader droeg een
zware wasmand op zijn schouder en langs de Bataviastraat naar
het schip in het Willemdok. We vertrokken langs de Schelde richting
Nederland. Tegen de avond waren we in het dorp "Wemeldinge"
Daar moesten de vrouwen en kinderen van boord en gaan slapen bij
de boeren. De mannen moesten aan boord blijven. Wij de kinderen en de
vrouwen sliepen bij de boeren in de stal. 'S morgens kregen we
lekkere melk van de boerin. Terug naar het schip en we
vertrokken verder op in Nederland tot in Dordrecht. Daar gingen
we allemaal aan wal. Men zou ons dan verder brengen naar de
vluchtelingenkampen. Terwijl wij daar in groep bij elkaar stonden,
kwam er een heer vragen of er iemand geld bij zich had ? Mijne
moeder zegde: ik heb toch meer als 1000 frs bij en mijn zuster nog wel
meer ! Oh zegde hij : kom dan maar mee ! met hoeveel zijt ge ? 4
volyqssen personen en acht kinderen, hij bracht ons naar een schip
-
Datgene ik mij nog herinner van in mijne hele
jonge jaren
1914 Ik was toen nauwelijks vier jaar en de eersten
wereldoorlog was begonnen. Het was begin augustus en
men zegde "Den Duits staat al bijna in Antwerpen.
Wij woonden toen op het eilandje in Antwerpen in de
Brazieliestraat, er is maar een burgershuis in heel de
straat, de andere huizen zijn herbergen, winkels, een hotel
een duits hotel, Gutrie scheepsherstellers en de bureau's van
"De Red star line en een plaats voor den ontsmettings
dienst voor de landverhuizers die naar Amerika vertrokken
om hun geluk te proberen die eerst moesten ontsmet worden
voor ze konden vertrekken met een van de Schepen van de
red star line. (Den Belgenland of de Trimlap, de Lapland enz.
Toen in begin Augustus na de middag kwam onze va
thuis en hij zegde "Moe, den duits is op komst en ik ben
liever bange ... als dooit peer, kam we pakken het
hoogst nodige in, er ligt een schip in het Willemdok
daar kunnen we mee varen tot in Nederland. Ons
Moe haar zuster woonde ook in ons straat en die
vertrok ook mee, wij met vier kinderen en mijn
tante ook met vier kinderen en een invaliede man,
die had een briket op zijn hoofd gehad en hij was
half lam, hij had een alumium plaatje in zijn
schedel. Alleman met pak en zak, onze vader droeg een
zware wasmand op zijn schouder en langs de Bataviastraat naar
het schip in het Willemdok. We vertrokken langs de Schelde richting
Nederland. Tegen de avond waren we in het dorp "Wemeldinge"
Daar moesten de vrouwen en kinderen van boord en gaan slapen bij
de boeren. De mannen moesten aan boord blijven. Wij de kinderen en de
vrouyen sliepen bij de boeren in de stal. 'S morgens kregen we
lekkere melk van de boerin. Terug naar het schip en we
vertrokken verder op in Nederland tot in Dordrecht. Daar gingen
we allemaal aan wal.
-
Datgene ik mij nog herinner van in mijne hele
jonge jaren
1914 Ik was toen nauwelijks vier jaar en de eersten
wereldoorlog was begonnen. Het was begin augustus en
men zegde "Den Duits staat al bijna in Antwerpen.
Wij woonden toen op het eilandje in Antwerpen in de
Brazieliestraat, er is maar een burgershuis in heel de
straat, de andere huizen zijn herbergen, winkels, een hotel
een duits hotel, Gutrie scheepsherstellers en de bureau's van
"De Red star line en een plaats voor den ontsmettings
dienst voor de landverhuizers die naar Amerika vertrokken
om hun geluk te proberen die eerst moesten ontsmet worden
voor ze konden vertrekken met een van de Schepen van de
red star line. (Den Belgenland of de Trimlap, de Lapland enz.
Toen in begin Augustus na de middag kwam onze va
thuis en hij zegde "Moe, den duits is op komst en ik ben
liever bange ... als dooit peer, kam we pakken het
hoogst nodige in, er ligt een schip in het Willemdok
daar kunnen we mee varen tot in Nederland. Ons
Moe haar zuster woonde ook in ons straat en die
vertrok ook mee, wij met vier kinderen en mijn
tante ook met vier kinderen en een invaliede man,
die had een briket op zijn hoofd gehad en hij was
half lam, hij had een alumium plaatje in zijn
schedel. Alleman met pak en zak, onze vader droeg een
zware wasmand op zijn schouder en langs de Bataviastraat naar
het schip in het Willemdok. We vertrokken langs de Schelde richting
Nederland. Tegen de avond waren we in het dorp "Wemeldinge"
-
Datgene ik mij nog herinner van in mijne hele
jonge jaren
1914 Ik was toen nauwelijks vier jaar en de eersten
wereldoorlog was begonnen. Het was begin augustus en
men zegde "Den Duits staat al bijna in Antwerpen.
Wij woonden toen op het eilandje in Antwerpen in de
Brazieliestraat, er is maar een burgershuis in heel de
straat, de andere huizen zijn herbergen, winkels, een hotel
een duits hotel, Gutrie scheepsherstellers en de bureau's van
"De Red star line en een plaats voor den ontsmettings
dienst voor de landverhuizers die naarAmerika vertrokken
om hun geluk te proberen die eerst moesten ontsmet worden
voor ze konden vertrekken met een van de Schepen van de
red star line. (Den Belgenland of de Trimlap, de Lapland enz.
Description
Save description- 51.260385||4.369619199999988||||1
Antwerpen en Dordrecht
Location(s)
Story location Antwerpen en Dordrecht
- ID
- 9954 / 242946
- Contributor
- Lodewijk De Raedt
Login to edit the languages
Login to edit the fronts
Login to add keywords
- Home Front
- Refugees
- Remembrance
Login to leave a note