Een brief naar het thuisfront van Petrus Franciscus Marivoet, item 2
Transcription
Transcription history
-
Linkerpagina
gingen naar Frankrijk uitrusten. Wij ontmoeten
rond Dixmuide, ons regiment veldleger en
werden tusschen hen verdeeld. Ach! nu hadden
wij, allen vaders van kinders en vele van
vijf a zes niet meer voorrecht dan de jongens
van 19 of 20 jaar. Nu moesten wij ten strijd
trekken en ieder oogenblik kon onze laatste zijn
En waarlijk! twee dagen later zaten
wij in de slag, en onze compagnie die 262 man
telde liet 138 man op het slagveld, slechts
124 keerden weder, en ik had nogmaals het
geluk te ontsnappen. Wie bad den goeden God
zoo vurig voor mij, dat Hij mij altoos zoo spaarde
Gij niet waar, duurbare echtgenoot, moeder
en zusters. O! heb dank duizendmaal dank!
Drij en twintig dagen bleven wij alzoo in de slag
zonder binnen te slapen, zonder een bussel
stroo om ons hoofd op te leggen, ja zelfs wij
moesten liggen in grachten vol water. Verbeeld
U ons lijden! Het is binst die dagen dat
Jef Van Doorslaar van Rossem is gesneuveld.
Dan kregen wij hulp van de Franchen
Dan ging het wat beter, maar toch leefden
wij altijd in het droevige doodsgevaar. Wij
gingen reklameeren aan de overheid, omdat wij
vaders van famillie van de forteresse moesten
marcheeren met de jonge soldaten en rond
nieuwjaar kwam de orde van de minister van
oorlog dat wij mochten achteruit gaan voor
travailleurs. Hoe waren wij kontend. Maar
wanneer zouden wij gaan? Drij weken daarna
mocht de klas van 1905 vertrekken en de
oudste moesten blijven. Veertien dagen daarna
mocht de klas van 99 - 100 - 01 vertrekken
maar wij - 02 - 03 - 04 moest blijven
Rechterpagina
4
Ach waarom moest ik toch zoo ongelukkig zijn?
Eindelijk den 5 februari werd ik getroffen door een
bal in mijne hand, ik was gewond en mogt
de tranchee verlaten. Ik bleef drij dagen in
Belgie in een hospitaal dan ben ik vertrokken
met den trein naar Calais, vandaar op den boot en zoo over de zee tot cherbourg ver in
Frankrijk, vandaar met den trein naar
Valognes waar ik mij in het hospitaal
bevindt. Wat mijne hand betreft, eer de
maand ten einde is zal ze genezen zijn. Nu
duurbare Louise, de tijd zal leeren hoe
het met mij zal afloopen. Ik beveel mij in de
handen van God. Geen dag, duurbare Louise
is voorbijgegaan dat ik voor U niet gebeden heb
geen lijden heb ik uitgestaan of ik heb het opgedragen
voor uw geluk en welzijn en al
de dagen die God mij nog zal schenken zal
ik daarin blijven volharden. Echter geloof
ik niet dat ik nog zal naar de eerste lijn
gaan, maar ons leven is nergens veilig, wat
er ook gebeure moge, duurbare Louise bid
voor mij en vergeet mij niet. Ik ook Louise
zal U nooit vergeten, dag en nacht, bid ik
voor U en nooit zal ik U vergeten.
Ontvang, duurbare Louise, op dezen
dag 19 februari, de hand van verre ja zeer
verre want ik ven 170 uren van U verwijdert
maar mijn hert blijft altijd in uwe tegenwoordigheid
Uwen tot terdoodgetrouwen man
Frans Marivoet Belgische soldaat
Hospitaal n° 25
salle °2 Valognes Manche
-
Linkerpagina
gingen naar Frankrijk uitrusten. Wij ontmoeten
rond Dixmuide, ons regiment veldleger en
werden tusschen hen verdeeld. Ach! nu hadden
wij, allen vaders van kinders en vele van
vijf a zes niet meer voorrecht dan de jongens
van 19 of 20 jaar. Nu moesten wij ten strijd
trekken en ieder oogenblik kon onze laatste zijn
En waarlijk! twee dagen later zaten
wij in de slag, en onze compagnie die 262 man
telde liet 138 man op het slagveld, slechts
124 keerden weder, en ik had nogmaals het
geluk te ontsnappen. Wie bad den goeden God
zoo vurig voor mij, dat Hij mij altoos zoo spaarde
Gij niet waar, duurbare echtgenoot, moeder
en zusters. O! heb dank duizendmaal dank!
Drij en twintig dagen bleven wij alzoo in de slag
zonder binnen te slapen, zonder een bussel
stroo om ons hoofd op te leggen, ja zelfs wij
moesten liggen in grachten vol water. Verbeeld
U ons lijden! Het is binst die dagen dat
Jef Van Doorslaar van Rossem is gesneuveld.
Dan kregen wij hulp van de Franchen
Dan ging het wat beter, maar toch leefden
wij altijd in het droevige doodsgevaar. Wij
gingen reklameeren aan de overheid, omdat wij
vaders van famillie van de forteresse moesten
marcheeren met de jonge soldaten en rond
nieuwjaar kwam de orde van de minister van
oorlog dat wij mochten achteruit gaan voor
travailleurs. Hoe waren wij kontend. Maar
wanneer zouden wij gaan? Drij weken daarna
mocht de klas van 1905 vertrekken en de
oudste moesten blijven. Veertien dagen daarna
mocht de klas van 99 - 100 - 01 vertrekken
maar wij - 02 - 03 - 04 moest blijven
Rechterpagina
4
Ach waarom moest ik toch zoo ongelukkig zijn?
Eindelijk den 5 februari werd ik getroffen door een
bal in mijne hand, ik was gewond en mogt
de tranchee verlaten. Ik bleef drij dagen in
Belgie in een hospitaal dan ben ik vertrokken
met den trein naar Calais, vandaar op den boot en zoo over de zee tot cherbourg ver in
Frankrijk, vandaar met den trein naar
Valognes waar ik mij in het hospitaal
bevindt. Wat mijne hand betreft, eer de
maand ten einde is zal ze genezen zijn. Nu
duurbare Louise, de tijd zal leeren hoe
het met mij zal afloopen. Ik beveel mij in de
handen van God. Geen dag, duurbare Louise
is voorbijgegaan dat ik voor U niet gebeden heb
geen lijden heb ik uitgestaan of ik heb het opgedragen
voor uw geluk en welzijn en al
de dagen die God mij nog zal schenken zal
ik daarin blijven volharden. Echter geloof
ik niet dat ik nog zal naar de eerste lijn
gaan, maar ons leven is nergens veilig, wat
er ook gebeure moge, duurbare Louise bid
voor mij en vergeet mij niet. Ik ook Louise
zal U nooit vergeten, dag en nacht, bid ik
voor U en nooit zal ik U vergeten.
Ontvang, duurbare Louise, op dezen
dag 19 februari, de hand van verre ja zeer
verre want ik ven 170 uren van U verwijdert
-
Linkerpagina
gingen naar Frankrijk uitrusten. Wij ontmoeten
rond Dixmuide, ons regiment veldleger en
werden tusschen hen verdeeld. Ach! nu hadden
wij, allen vaders van kinders en vele van
vijf a zes niet meer voorrecht dan de jongens
van 19 of 20 jaar. Nu moesten wij ten strijd
trekken en ieder oogenblik kon onze laatste zijn
En waarlijk! twee dagen later zaten
wij in de slag, en onze compagnie die 262 man
telde liet 138 man op het slagveld, slechts
124 keerden weder, en ik had nogmaals het
geluk te ontsnappen. Wie bad den goeden God
zoo vurig voor mij, dat Hij mij altoos zoo spaarde
Gij niet waar, duurbare echtgenoot, moeder
en zusters. O! heb dank duizendmaal dank!
Drij en twintig dagen bleven wij alzoo in de slag
zonder binnen te slapen, zonder een bussel
stroo om ons hoofd op te leggen, ja zelfs wij
moesten liggen in grachten vol water. Verbeeld
U ons lijden! Het is binst die dagen dat
Jef Van Doorslaar van Rossem is gesneuveld.
Dan kregen wij hulp van de Franchen
Dan ging het wat beter, maar toch leefden
wij altijd in het droevige doodsgevaar. Wij
gingen reklameeren aan de overheid, omdat wij
vaders van famillie van de forteresse moesten
marcheeren met de jonge soldaten en rond
nieuwjaar kwam de orde van de minister van
oorlog dat wij mochten achteruit gaan voor
travailleurs. Hoe waren wij kontend. Maar
wanneer zouden wij gaan? Drij weken daarna
mocht de klas van 1905 vertrekken en de
oudste moesten blijven. Veertien dagen daarna
mocht de klas van 99 - 100 - 01 vertrekken
maar wij - 02 - 03 - 04 moest blijven
Rechterpagina
4
Ach waarom moest ik toch zoo ongelukkig zijn?
Eindelijk den 5 februari werd ik getroffen door een
bal in mijne hand, ik was gewond en mogt
de tranchee verlaten. Ik bleef drij dagen in
Belgie in een hospitaal dan ben ik vertrokken
met den trein naar Calais, vandaar op den boot en zoo over de zee tot cherbourg ver in
Frankrijk, vandaar met den trein naar
Valognes waar ik mij in het hospitaal
bevindt. Wat mijne hand betreft, eer de
maand ten einde is zal ze genezen zijn. Nu
duurbare Louise, de tijd zal leeren hoe
het met mij zal afloopen. Ik beveel mij in de
handen van God. Geen dag, duurbare Louise
is voorbijgegaan dat ik voor U niet gebeden heb
geen lijden heb ik uitgestaan of ik heb het opgedragen
voor uw geluk en welzijn en al
de dagen die God mij nog zal schenken zal
ik daarin blijven volharden. Echter geloof
ik niet dat ik nog zal naar de eerste lijn
gaan, maar ons leven is nergens veilig, wat
er ook gebeure moge, duurbare Louise bid
voor mij en vergeet mij niet
-
Linkerpagina
gingen naar Frankrijk uitrusten. Wij ontmoeten
rond Dixmuide, ons regiment veldleger en
werden tusschen hen verdeeld. Ach! nu hadden
wij, allen vaders van kinders en vele van
vijf a zes niet meer voorrecht dan de jongens
van 19 of 20 jaar. Nu moesten wij ten strijd
trekken en ieder oogenblik kon onze laatste zijn
En waarlijk! twee dagen later zaten
wij in de slag, en onze compagnie die 262 man
telde liet 138 man op het slagveld, slechts
124 keerden weder, en ik had nogmaals het
geluk te ontsnappen. Wie bad den goeden God
zoo vurig voor mij, dat Hij mij altoos zoo spaarde
Gij niet waar, duurbare echtgenoot, moeder
en zusters. O! heb dank duizendmaal dank!
Drij en twintig dagen bleven wij alzoo in de slag
zonder binnen te slapen, zonder een bussel
stroo om ons hoofd op te leggen, ja zelfs wij
moesten liggen in grachten vol water. Verbeeld
U ons lijden! Het is binst die dagen dat
Jef Van Doorslaar van Rossem is gesneuveld.
Dan kregen wij hulp van de Franchen
Dan ging het wat beter, maar toch leefden
wij altijd in het droevige doodsgevaar. Wij
gingen reklameeren aan de overheid, omdat wij
vaders van famillie van de forteresse moesten
marcheeren met de jonge soldaten en rond
nieuwjaar kwam de orde van de minister van
oorlog dat wij mochten achteruit gaan voor
travailleurs. Hoe waren wij kontend. Maar
wanneer zouden wij gaan? Drij weken daarna
mocht de klas van 1905 vertrekken en de
oudste moesten blijven. Veertien dagen daarna
mocht de klas van 99 - 100 - 01 vertrekken
maar wij - 02 - 03 - 04 moest blijven
Rechterpagina
4
Ach waarom moest ik toch zoo ongelukkig zijn?
Eindelijk den 5 februari werd ik getroffen door een
bal in mijne hand, ik was gewond en mogt
de tranchee verlaten. Ik bleef drij dagen in
Belgie in een hospitaal dan ben ik vertrokken
met den trein naar Calais, vandaar op den boot en zoo over de zee tot cherbourg ver in
Frankrijk, vandaar met den trein naar
Valognes waar ik mij in het hospitaal
bevindt. Wat mijne hand betreft, eer de
maand ten einde is zal ze genezen zijn. Nu
duurbare Louise, de tijd zal leeren hoe
het met mij zal afloopen. Ik beveel mij in de
handen van God. Geen dag, duurbare Louise
is voorbijgegaan dat ik voor U niet gebeden heb
geen lijden heb ik uitgestaan of ik heb het opgedragen
voor uw geluk en
-
Linkerpagina
gingen naar Frankrijk uitrusten. Wij ontmoeten
rond Dixmuide, ons regiment veldleger en
werden tusschen hen verdeeld. Ach! nu hadden
wij, allen vaders van kinders en vele van
vijf a zes niet meer voorrecht dan de jongens
van 19 of 20 jaar. Nu moesten wij ten strijd
trekken en ieder oogenblik kon onze laatste zijn
En waarlijk! twee dagen later zaten
wij in de slag, en onze compagnie die 262 man
telde liet 138 man op het slagveld, slechts
124 keerden weder, en ik had nogmaals het
geluk te ontsnappen. Wie bad den goeden God
zoo vurig voor mij, dat Hij mij altoos zoo spaarde
Gij niet waar, duurbare echtgenoot, moeder
en zusters. O! heb dank duizendmaal dank!
Drij en twintig dagen bleven wij alzoo in de slag
zonder binnen te slapen, zonder een bussel
stroo om ons hoofd op te leggen, ja zelfs wij
moesten liggen in grachten vol water. Verbeeld
U ons lijden! Het is binst die dagen dat
Jef Van Doorslaar van Rossem is gesneuveld.
Dan kregen wij hulp van de Franchen
Dan ging het wat beter, maar toch leefden
wij altijd in het droevige doodsgevaar. Wij
gingen reklameeren aan de overheid, omdat wij
vaders van famillie van de forteresse moesten
marcheeren met de jonge soldaten en rond
nieuwjaar kwam de orde van de minister van
oorlog dat wij mochten achteruit gaan voor
travailleurs. Hoe waren wij kontend. Maar
wanneer zouden wij gaan? Drij weken daarna
mocht de klas van 1905 vertrekken en de
oudste moesten blijven. Veertien dagen daarna
mocht de klas van 99 - 100 - 01 vertrekken
maar wij - 02 - 03 - 04 moest blijven
-
Linkerpagina
gingen naar Frankrijk uitrusten. Wij ontmoeten
rond Dixmuide, ons regiment veldleger en
werden tusschen hen verdeeld. Ach! nu hadden
wij, allen vaders van kinders en vele van
vijf a zes niet meer voorrecht dan de jongens
van 19 of 20 jaar. Nu moesten wij ten strijd
trekken en ieder oogenblik kon onze laatste zijn
En waarlijk! twee dagen later zaten
wij in de slag, en onze compagnie die 262 man
telde liet 138 man op het slagveld, slechts
124 keerden weder, en ik had nogmaals het
geluk te ontsnappen. Wie bad den goeden God
zoo vurig voor mij, dat Hij mij altoos zoo spaarde
Gij niet waar, duurbare echtgenoot, moeder
en zusters. O! heb dank duizendmaal dank!
Drij en twintig dagen bleven wij alzoo in de slag
zonder binnen te slapen, zonder een bussel
stroo om ons hoofd op te leggen, ja zelfs wij
moesten liggen in grachten vol water. Verbeeld
U ons lijden! Het is binst die dagen dat
Jef Van Doorslaar van Rossem is gesneuveld.
Dan kregen wij hulp van de Franchen
-
Linkerpagina
gingen naar Frankrijk uitrusten. Wij ontmoeten
rond Dixmuide, ons regiment veldleger en
werden tusschen hen verdeeld. Ach! nu hadden
wij, allen vaders van kinders en vele van
vijf a zes niet meer voorrecht dan de jongens
van 19 of 20 jaar. Nu moesten wij ten strijd
trekken en ieder oogenblik kon onze laatste zijn
En waarlijk! twee dagen later zaten
wij in de slag, en onze compagnie die 262 man
telde liet 138 man op het slagveld, slechts
124 keerden weder, en ik had
Description
Save description- 49.5085605229148||-1.4671223656248458||
Valognes
- 50.94919402474892||1.8672282203125405||
Calais
- 49.63857919520298||-1.6195576683593345||
Cherbourg
- 51.03260951174551||2.864924143164103||
Diksmuide
- 50.9953152||4.2675493000000415||||1
Londerzeel
Location(s)
Story location Londerzeel
Document location Valognes
-
Additional document location Calais
-
Additional document location Cherbourg
-
Additional document location Diksmuide
- ID
- 11018 / 245914
- Contributor
- August Marivoet
Login to edit the languages
- Nederlands
Login to edit the fronts
- Western Front
Login to add keywords
- Remembrance
- Trench Life
Login to leave a note