Pakketje brieven en postkaarten van 1917, item 186
Transcription
Transcription history
-
303
Eyseringen, 19 September 1917
Gode zij dank : uw geluk door uwen brief van 14 Oogst
vernomen maakt mij ten hoogste verheugd : uw gevangenschap
komt mij waarlijk benijdenswaardig voor, en ik zou het
ook wel eens willen beleven, of ten minste bezoeken, niet als
zieke, maar kloeke zooals gij afschildert. Spijtig wordt
er nu geen paspoort meer gegeven; doch ik zal dus een sacrificie
moeten doen. Doch dit valt mij niet moeilijk nu ik weet dat
gij gezond en gelukkig zijt. Al zie ik U niet met de oogens
des lichaams, mijne inbeelding brengt U voor mijnen geest,
tevreden, vreugdevol over uw lot, te midden der schoonheden
der natuur, of bij eenen gezel, gelijk bij den Heer Aalmoezenier
een pijpje rookend. Een reisje in de geest, al is het minder
bevredigend, is toch gemakkelijker, en den oorlog heeft ons al
meer dan honderd keeren gewongen van den nood eene deugd te maken.
De photos, welke gij aan de familie Socquet, en naar Amelie
gestuurd hebt, zullen daar zeer welkom heeten, en zouden ook
bij ons zeer aangenaam zijn ; ook verwacht ik eenige photos uit
uwe schoone streek, en uw portret : mijne inbeelding zal dan
nog het wat gemakkelijker hebben om het bezoek in den geest
te ondernemen. Moet ik nog schrijven dat Amelie gaarne wat nieuws
over Sikke heeft, en de zuster van Seraphine over Aquila?
Aan Camille moogt gij zeggen, dat hij niet de minste ongerustheid
aangaande de familie Socquet mag hebben : verleden week
ben ik te huis geweest, en heb met Vital onderwege nog een
woord gewisseld : alles is er goed.
Morgen, donderdag, verwacht ik hier het meisje van Louise
Coose, als pensionnaire : over een dag of tien, is Louise hier zelf
geweest in gezelschap van de vrouw van Louis Coose, den broeder
van August, en was tevreden haar kind hier te kunnen plaatsen.
-
303
Eyseringen, 19 September 1917
Gode zij dank : uw geluk door uwen brief van 14 Oogst
vernomen maakt mij ten hoogste verheugd : uw gevangenschap
komt mij waarlijk benijdenswaardig voor, en ik zou het
ook wel eens willen beleven, of ten minste bezoeken, niet als
zieke, maar kloeke zooals gij afschildert. Spijtig wordt
er nu geen paspoort meer gegeven; doch ik zal dus een sacrificie
moeten doen. Doch dit valt mij niet moeilijk nu ik weet dat
gij gezond en gelukkig zijt. Al zie ik U niet met de oogens
des lichaams, mijne inbeelding brengt U voor mijnen geest,
tevreden, vreugdevol over uw lot, te midden der schoonheden
der natuur, of bij eenen gezel, gelijk bij den Heer Aalmoezenier
een pijpje rookend. Een reisje in de geest, al is het minder
bevredigend, is toch gemakkelijker, en den oorlog heeft ons al
meer dan honderd keeren gewongen van den nood eene deugd te maken.
De photos, welke gij aan de familie Socquet, en naar Amelie
gestuurd hebt, zullen daar zeer welkom heeten, en zouden ook
bij ons zeer aangenaam zijn ; ook verwacht ik eenige photos uit
uwe schoone streek, en uw portret : mijne inbeelding zal dan
nog het wat gemakkelijker hebben om het bezoek in den geest
te ondernemen. Moet ik nog schrijven dat Amelie gaarne wat nieuws
over Sikke heeft, en de zuster van Seraphine over Aquila?
Aan Camille moogt gij zeggen, dat hij niet de minste ongerustheid
aangaande de familie Socquet mag hebben : verleden week
ben ik te huis geweest, en heb met Vital onderwege nog een
woord gewisseld : alles is er goed.
Morgen, donderdag, verwacht ik hier het meisje van Louise
Coose, als pensionnaire : over een dag of tien, is Louise hier zelf
geweest in gezelschap van de vrouw van Louis Coose
-
303
Eyseringen, 19 September 1917
Gode zij dank : uw geluk door uwen brief van 14 Oogst
vernomen maakt mij ten hoogste verheugd : uw gevangenschap
komt mij waarlijk benijdenswaardig voor, en ik zou het
ook wel eens willen beleven, of ten minste bezoeken, niet als
zieke, maar kloeke zooals gij afschildert. Spijtig wordt
er nu geen paspoort meer gegeven; doch ik zal dus een sacrificie
moeten doen. Doch dit valt mij niet moeilijk nu ik weet dat
gij gezond en gelukkig zijt. Al zie ik U niet met de oogens
des lichaams, mijne inbeelding brengt U voor mijnen geest,
tevreden, vreugdevol over uw lot, te midden der schoonheden
der natuur, of bij eenen gezel, gelijk bij den Heer Aalmoezenier
een pijpje rookend. Een reisje in de geest, al is het minder
bevredigend, is toch gemakkelijker, en den oorlog heeft ons al
meer dan honderd keeren gewongen van den nood eene deugd te maken.
De photos, welke gij aan de familie Socquet, en naar Amelie
gestuurd hebt, zullen daar zeer welkom heeten, en zouden ook
bij ons zeer aangenaam zijn ; ook verwacht ik eenige photos uit
uwe schoone streek, en uw portret : mijne inbeelding zal dan
nog het wat gemakkelijker hebben om het bezoek in den geest
te ondernemen. Moet ik nog schrijven dat Amelie gaarne wat nieuws
over Sikke heeft, en de zuster van Seraphine over Aquila?
Aan Camille moogt gij zeggen, dat hij niet de minste ongerustheid
aangaande de familie Socquet mag hebben : verleden week
ben ik te huis geweest, en heb met Vital onderwege nog een
woord gewisseld : alles is er goed.
Morgen, donderdag, verwacht ik hier het meisje van Louise
-
303
Eyseringen, 19 September 1917
Gode zij dank : uw geluk door uwen brief van 14 Oogst
vernomen maakt mij ten hoogste verheugd : uw gevangenschap
komt mij waarlijk benijdenswaardig voor, en ik zou het
ook wel eens willen beleven, of ten minste bezoeken, niet als
zieke, maar kloeke zooals gij afschildert. Spijtig wordt
er nu geen paspoort meer gegeven; doch ik zal dus een sacrificie
moeten doen. Doch dit valt mij niet moeilijk nu ik weet dat
gij gezond en gelukkig zijt. Al zie ik U niet met de oogens
des lichaams, mijne inbeelding brengt U voor mijnen geest,
tevreden, vreugdevol over uw lot, te midden der schoonheden
der natuur, of bij eenen gezel, gelijk bij den Heer Aalmoezenier
een pijpje rookend. Een reisje in de geest, al is het minder
bevredigend, is toch gemakkelijker, en den oorlog heeft ons al
meer dan honderd keeren gewongen van den nood eene deugd te maken.
De photos, welke gij aan de familie Socquet, en naar Amelie
gestuurd hebt, zullen daar zeer welkom heeten, en zouden ook
bij ons zeer aangenaam zijn ; ook verwacht ik eenige photos uit
uwe schoone streek, en uw portret : mijne inbeelding zal dan
nog het wat gemakkelijker hebben om het bezoek in den geest
te ondernemen. Moet ik nog schrijven dat Amelie gaarne wat nieuws
over Sikke heeft, en de zuster van Seraphine over Aquila?
Aan Camille moogt gij zeggen, dat hij niet de minste ongerustheid
aangaande de familie Socquet
-
303
Eyseringen, 19 September 1917
Gode zij dank : uw geluk door uwen brief van 14 Oogst
vernomen maakt mij ten hoogste verheugd : uw gevangenschap
komt mij waarlijk benijdenswaardig voor, en ik zou het
ook wel eens willen beleven, of ten minste bezoeken, niet als
zieke, maar kloeke zooals gij afschildert. Spijtig wordt
er nu geen paspoort meer gegeven; doch ik zal dus een sacrificie
moeten doen. Doch dit valt mij niet moeilijk nu ik weet dat
gij gezond en gelukkig zijt. Al zie ik U niet met de oogens
des lichaams, mijne inbeelding brengt U voor mijnen geest,
tevreden, vreugdevol over uw lot, te midden der schoonheden
der natuur, of bij eenen gezel, gelijk bij den Heer Aalmoezenier
een pijpje rookend. Een reisje in de geest, al is het minder
bevredigend, is toch gemakkelijker, en den oorlog heeft ons al
meer dan honderd keeren gewongen van den nood eene deugd te maken.
De photos, welke gij aan de familie Socquet, en naar Amelie
gestuurd hebt, zullen daar zeer welkom heeten, en zouden ook
bij ons zeer aangenaam zijn ;
-
303
Eyseringen, 19 September 1917
Gode zij dank : uw geluk door uwen brief van 14 Oogst
vernomen maakt mij ten hoogste verheugd : uw gevangenschap
komt mij waarlijk benijdenswaardig voor, en ik zou het
ook wel eens willen beleven, of ten minste bezoeken, niet als
zieke, maar kloeke zooals gij afschildert. Spijtig wordt
er nu geen paspoort meer gegeven; doch ik zal dus een sacrificie
moeten doen. Doch dit valt mij niet moeilijk nu ik weet dat
gij gezond en gelukkig zijt. Al zie ik U niet met de oogens
des lichaams, mijne inbeelding brengt U voor mijnen geest,
tevreden, vreugdevol over uw lot
-
303
Eyseringen, 19 September 1917
Gode zij dank : uw geluk door uwen brief van 14 Oogst
vernomen maakt mij ten hoogste verheugd : uw gevangenschap
komt mij waarlijk benijdenswaardig voor, en ik zou het
ook wel eens willen beleven, of ten minste bezoeken, niet als
zieke, maar kloeke zooals gij afschildert. Spijtig wordt
er nu geen paspoort meer gegeven; doch ik zal dus een sacrificie
moeten doen.
Description
Save description- 50.83398180475017||4.1345316871094155||
Eizeringen
- 53.01529||9.872340000000008||||1
POW Camp, Soltau
Location(s)
Story location POW Camp, Soltau
Document location Eizeringen
- ID
- 6272 / 151160
- Contributor
- De heer Achiel Vanden Schrieck
Login to edit the languages
- Nederlands
Login to edit the fronts
- Western Front
Login to add keywords
- Home Front
- Prisoners of War
Login to leave a note