Dagboek 1914 C.L. Kaarsemaker, item 6
Transcription
Transcription history
-
de koestal van het Pensionaat. Daar
stonden wij druipend van den regen en
vermoeid van den marsch. Na een half
uur wachten kwam er een groote wagen
stroo ons nachtleger. Dat was ons burgerlichaam
niet gewoon maar het was
toch nog beter als de steenen koevoteteen
Wij mochten dien middag de poort
niet uit, om iets te kopen voor den
mond dus we zaten om zoo te zeggen rustig
den dood af te wachten 's Avonds om
9 uur was het eten klaar
weer aardappelenmetboonen met spek maaromreden die boonen geheel niet geweekt
waren, konden ze bijna niet gaar gekookt
worden. Daarbij is er toch altijd
een veroordeel tegen boonen onder de
soldaten zoodat de grootste helft van
de manschappen zich de moeite niet
getroostte om naar de keuken te gaan
en in den slaap vergetelheid zoekt te
vinden van de onzekere toekomst. De
volgende dagen werd het hoe langer
hoe beter geregeld en daarmee kwam
ook het gewone soldaten leven aan
Na een verblijf van 18 dagen in Bergen
gingen we met het heele bataljon
naar Alkmaar Daar werden we ingekwartierd
in de ambachtsschool
Dat was beter ligplaats als in de koestal
het was
ook met
los stroo en zonder deken maar
de vloeren waren van hout en dat
scheelde al veel. Het eten was daar
buitengewoon goed maar dat moest
ook wel want er word dienst ook van
ons gevergd Na een verblijf van bijna
5 weken in Alkmaar kregen we voor
't eerst een deken en daarmee ook nog
bepakt achter de ranselklep stapten
we na een paar dagen naar Egmond
aan Zee. De eerste tijd van de mobilisatie
was het buitengewoon warm
geweest maar toen we in Egmond
warne, was het mooie weer zoo in
eens verdwenen. Daar kregen we
kustwacht en patrouilleren langs
het strand met storm weer en regen
Ons wachtlokaal was een tent, die
naar onze verwachting ieder oogenblik
wel in elkaar zou waaien
en toch hield zij het uit. Maar na
4 dagen trokken we weer naar
Bergen waar ik in 't gebouw St
Jan ingekwartierd werd wederom
voor 4 dagen waarna we naar
Petten gingen op kustwacht. Ook
daar werd onze kustwacht gezegend
met storm en regen. De inkwartiering
was echter best bij de burgers met
voeding. Maar ook die vreugde was
weer van korten duur. 4 dagen in Petten
waarvan 2 op wacht en toen weer
naar Bergen naar de St Jan. En zoo was
het misschien wel ten eeuwige dage
voortgegaan met om de 4 dagen
verhuizen als er niet plotseling een
groote verandering met ons had
aan
-
de koestal van het Pensionaat. Daar
stonden wij druipend van den regen en
vermoeid van den marsch. Na een half
uur wachten kwam er een groote wagen
stroo ons nachtleger. Dat was ons burgerlichaam
niet gewoon maar het was
toch nog beter als de steenen koevoteteen
Wij mochten dien middag de poort
niet uit, om iets te kopen voor den
mond dus we zaten om zoo te zeggen rustig
den dood af te wachten 's Avonds om
9 uur was het eten klaar
weer aardappelenmetboonen met spek maaromreden die boonen geheel niet geweekt
waren, konden ze bijna niet gaar gekookt
worden. Daarbij is er toch altijd
een veroordeel tegen boonen onder de
soldaten zoodat de grootste helft van
de manschappen zich de moeite niet
getroostte om naar de keuken te gaan
en in den slaap vergetelheid zoekt te
vinden van de onzekere toekomst. De
volgende dagen werd het hoe langer
hoe beter geregeld en daarmee kwam
ook het gewone soldaten leven aan
Na een verblijf van 18 dagen in Bergen
gingen we met het heele bataljon
naar Alkmaar Daar werden we ingekwartierd
in de ambachtsschool
Dat was beter ligplaats als in de koestal
het was
ook met
los stroo en zonder deken maar
de vloeren waren van hout en dat
scheelde al veel. Het eten was daar
buitengewoon goed maar dat moest
ook wel want er word dienst ook van
ons gevergd Na een verblijf van bijna
5 weken in Alkmaar kregen we voor
't eerst een deken en daarmee ook nog
bepakt achter de ranselklep stapten
we na een paar dagen naar Egmond
aan Zee. De eerste tijd van de mobilisatie
was het buitengewoon warm
geweest maar toen we in Egmond
warne, was het mooie weer zoo in
eens verdwenen. Daar kregen we
kustwacht en patrouilleren langs
het strand met storm weer en regen
Ons wachtlokaal was een tent, die
naar onze verwachting ieder oogenblik
wel in elkaar zou waaien
en toch hield zij het uit. Maar na
4 dagen trokken we weer naar
Bergen waar ik in 't gebouw St
Jan ingekwartierd werd wederom
voor 4 dagen waarna we naar
Petten gingen op kustwacht. Ook
daar werd onze kustwacht gezegend
met storm en regen. De inkwartiering
was echter best bij de burgers met
voeding. Maar ook die vreugde was
weer van korten duur. 4 dagen in Petten
waarvan 2 op wacht en toen weer
naar Bergen naar de St Jan. En zoo was
het misschien wel ten eeuwige dage
voortgegaan met om de 4 dagen
verhuizen als er niet plotseling een
groote verandering met ons had
-
de koestal van het Pensionaat. Daar
stonden wij druipend van den regen en
vermoeid van den marsch. Na een half
uur wachten kwam er een groote wagen
stoo ons nachtleger. Dat was ons burgerlichaam
niet gewoon maar het was
toch nog beter als de steenen koevoteteen
Wij mochten dien middag de poort
niet uit, om iets te kopen voor den
mond uds we zaten om zoo te zeggen rustig
den dood af te wachten 's Avonds om
9 uur was het eten klaar
weer aardappelenmetboonen met spek maaromreden die boonen geheel niet geweekt
waren, konden ze bijna niet gaar gekookt
worden. Daarbij is er toch altijd
een veroordeel tegen boonen onder de
soldaten zoodat de grootste helft van
de manschappen zich de moeite niet
getroostte om naar de keuken te gaan
en in den slaap vergetelheid zoekt te
vinden van de onzekere toekomst. De
volgende dagen werd het hoe langer
hoe beter geregeld en daarmee kwam
ook het gewone soldaten leven aan
Na een verblijf van 18 dagen in Bergen
gingen we met het heele bataljon
naar Alkmaar Daar werden we ingekwartierd
in de ambachtsschool
Dat was beter ligplaats als in de koestal
het was
ook met
los stroo en zonder deken maar
de vloeren waren van hout en dat
scheelde al veel. Het eten was daar
-
de koestal van het Pensionaat. Daar
stonden wij druipend van den regen en
vermoeid van den marsch. Na een half
uur wachten kwam er een groote wagen
stoo ons nachtleger. Dat was ons burgerlichaam
niet gewoon maar het was
toch nog beter als de steenen koevoteteen
Wij mochten dien middag de poort
niet uit, om iets te kopen voor den
mond uds we zaten om zoo te zeggen rustig
den dood af te wachten 's Avonds om
9 uur was het eten klaar
weer aardappelenmetboonen met spek maaromreden die boonen geheel niet geweekt
waren, konden ze bijna niet gaar gekookt
worden. Daarbij is er toch altijd
een veroordeel tegen boonen onder de
soldaten zoodat de grootste helft van
de manschappen zich de moeite niet
getroostte om naar de keuken te gaan
en in den slaap vergetelheid zoekt te
vinden van de onzekere toekomst. De
-
de koestal van het Pensionaat. Daar
stonden wij druipend van den regen en
vermoeid van den marsch. Na een half
uur wachten kwam er een groote wagen
stoo ons nachtleger. Dat was ons burgerlichaam
niet gewoon maar het was
toch nog beter als de steenen koevoteteen
Wij
Description
Save descriptionLocation(s)
- ID
- 21350 / 247305
- Contributor
- Ad Pollé
Login to edit the languages
Login to edit the fronts
Login to add keywords
Login to leave a note